CHOWA ZOUTLEEUW

CHOWA ZOUTLEEUW

woensdag 4 juni 2014

Workshop Ryan Neil: Itoigawa, de basis





Volgend stappenplan dient voor ogen gehouden te worden bij het stijlen van een boom:
  1. Bepaal de best uitziende stambasis. Bestudeer de stam langs alle zijden en kies voor het meest stabiele uitzicht. Vaak kiezen we de zijde waar de stambasis het dikst is. Toch is dit niet altijd de beste keuze. Denk aan een boom met schitterende nebari. Dan zal eerder de zijde met de mooiste wortelvertakking gekozen worden.
  2. Ga op zoek naar de beste stambeweging. Vraag je daarbij af welke bewegingen het meest interessant zijn en je boom karakter geven. De algemene regel: vermijd lange, rechte stukken.
  3. Vraag je af welke "extra's" een meerwaarde toevoegen aan je boom. In dit voorbeeld stijlen we een Juniperus. Het dode hout zal toonaangevend zijn in het ontwerp. Bij bloeiende bomen zal het accent op de bloemen liggen en bij een Acer zal de aandacht dan weer naar de nebari gaan.
    Over het algemeen zijn dit de eerste drie overwegingen voor we met het werken starten. De juiste voorzijde van een boom bepalen zal altijd een compromis zijn tussen de drie hierboven beschreven punten.
  4. Probeer een zicht te krijgen hoe je boom er zal uitzien. Sta even stil bij de het totaalbeeld dat je voor ogen hebt. Vraag je af welke tak kan dienen als eerste tak, top, ... Evalueer in gedachten je keuze en kijk of er andere (betere) alternatieven zijn. Houd altijd de beweging van de boom voor ogen.
  5. Kies de top van je boom. Je hoeft in dit stadium nog geen definitieve keuze te maken maar best bekijk je nu al waar en welke tak de top zal worden.  




Het allereerste werk, nog voor je nadenkt over het eventuele toekomstbeeld van je boom, is het opkuisen: met behulp van een zachte borstel en water wordt de stam ontdaan van oude schors, mos, ... Vervolgens verwijderen we afgestorven, oude tak(ken)jes en loof en gaan we op zoek naar interessante nebari.
Na het opkuisen gebruiken we bovenvermeld stappenplan. Eens dit achter de rug is 80% van het werk reeds gebeurd.
Dan gaan we over tot het verwijderen van loof dat in het latere ontwerp niet gebruikt zal worden.
Bij Juniperussen onderscheiden we twee soorten loof:
  • het jonge loof. Dit loof is gemakkelijk te herkennen als korte stekelige naalden. Heb je geluk, dan bevindt dit loof zich binnenin de boom in de vork van twee takken, op de stam, ...
  • het oudere loof. Dit loof bevindt zich over het grootse deel van de boom en herken je als kleine stokjes met conische groei.




Het jonge loof zie je in de onderste markering, het
oude in de bovenste.


Hoe kunnen we ervoor zorgen dat onze boom geen juveniel loof ontwikkelt?

Even wat theorie.
Een Juniperus haalt zijn energie uit zijn loof. Een voorbeeld. Wanneer je een Juniperus yamadori zou uitgraven en slechts 10% van de wortelmassa en minder dan 50% van de loofmassa zou overhouden dan speel je met de gezondheid van de boom. Niet vanwege een tekort aan wortels maar eerder aan een tekort aan loof.
Wat heeft dit nu met jong of oud loof te maken?
Wanneer een Juniperus nood heeft aan energie wil hij deze zo snel mogelijk. Jong loof groeit snel terwijl ouder loof zich trager ontwikkelt. Wanneer je de boom niet juist behandelt (te weinig water, te veel water, wortelsnoei, snoeien loof, ...) zal de boom als reactie om te overleven veel jong, snel groeiend loof ontwikkelen.
Terug naar het stappenplan. Voor we met de uiteindelijke vorming beginnen is het belangrijk alle overtollige takken en loof te verwijderen. Wat dient verwijderd te worden ?
  1. Loof dat ontspringt in de vork van twee takken.
  2. Al het zwakke loof over de volledige boom.
  3. Te dikke takken, takken zonder tapsheid en/of takken die slechts aan het uiteinde loof bezitten dat te ver van de stam verwijderd is.

Vergeet tijdens dit proces niet om takstompen te laten staan. Deze worden later als jin geïntegreerd en geven de boom een ouder en karaktervol uiterlijk.





Na het kiezen van de top en het nodige snoeiwerk kunnen we verder aan de slag. Toch even nog wat info over het snoeien van Juniperussen. Snoeien heeft als doel om de vertakking van de boom te bevorderen. Dat is tenminste wat ons steeds wordt voorgehouden in boeken allerhande. En dat is ook zo. Alleen bij een Juniperus gaat deze logica niet op.
Zoals reeds hierboven geschreven haalt een Juniperus zijn energie uit het loof; meer specifiek uit het volwassen loof. Als je een Juniperus zou snoeien zoals om het even elke andere boom dan verzwak je de boom keer op keer met als gevolg ontwikkeling van lelijk jong loof.
Tips om dit te voorkomen:
  1. Nijp een Juniperus NOOIT.
  2. Snoei je een tak terug, snoei dan in het "groene" deel van de tak (niet verhoute) deelwaar nog geen schors gevormd is.
  3. Laat je boom vrij groeien. Groei = gezondheid = volwassen loof. Voer geen drastische snoei uit.
  4. Wanneer je een sterke tak terug snoeit, blijf dan binnen het sterke deel van de tak (zie onderstaande foto). Zo verzwak je de tak niet.



Je zou volgende fasen moeten toepassen:

  1. Kies takken die de hoofdstructuur van de opbouw bepalen. Bedraad deze en plaats ze in de gewenste positie. Snoei vervolgens terug tot een niet verhout deel van de tak.
  2. Wil je stam nog verder dikker of langer laten worden, laat dan een aantal offertakken ongemoeid. Offertakken bij een Juniperus bedraad je niet en houd je onder controle. Het is wel zo dat deze offertakken extra energie verbruiken ten koste van takken die je wil behouden. Verlies daarom het evenwicht in de boom niet uit het oog.
  3. Eens het gewenste doel bereikt, kan langzaam gestart worden met het verwijderen van overtollige groei. Denk eraan stap voor stap te werk te gaan om de boom niet in stress te brengen en alzo de groei van jong loof te stimuleren. Het is soms veiliger takken op verschillende plaatsen in de boom te verwijderen dan alles ineens op één plaats.



Eens het opkuisen achter de rug kan met het bedraden gestart worden. We starten steeds met het bedraden van de primaire takken (ontspringen uit de stam). Moet je moeilijke buigingen uitvoeren dan is dit veel gemakkelijke doenbaar als er nog geen andere buigingen hebben plaats gevonden. Houd bij het bedraden ook in gedachten dat dit een proces is tussen het functionele en esthetische.
 
 



Nazorg.
Ryan raadt aan om de boom dagelijks 2 à 3 keer te benevelen. Let wel op dat de grond niet te nat blijft. Waakzaamheid is ook geboden bij het water geven. Omdat de boom meer 50% van zijn loof kwijt is heeft hij ook 50% minder water nodig. De boom is nu zeer gevoelig voor wortelrot.
Het is ook nodig om de boom langzaam te aklimatiseren. Na ongeveer een maand kan hij terug volle zon verdragen. Ook heel belangrijk is bemesten, bemesten en nog eens bemesten (wel organisch).

Nog even dit. Drastische ingrepen voer je best uit na de tweede groei (augustus-september).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Deze blogs worden binnenkort in handige categorieën overgeplaatst naar de Bonsai Blogs van Bonsaihobby.